Een stam kan
beschouwd worden als een cilinder. Een cilinder wordt gekarakteriseerd door een
as (axis) en een straal (radius). De doorsnede van een cilinder is een cirkel.
De raaklijn van een cirkel wordt de tangens genoemd. Bij hout worden de
verschillende richtingen en vlakken aan de hand van die termen gedefinieerd:
- elk vlak loodrecht op de as van de stam: kopse vlak ==> kopshout of kops
- elk vlak op of volgens de middellijn of radius van de stam: radiaal vlak ==> kwartiers hout of kwartiers bij loofhout, riftgezaagd hout of rift bij naaldhout
- elk vlak volgens de raaklijn of tangens van de groeiringen en dus evenwijdig aan de radius maar er niet door: tangentiaal vlak ==> dosse of boolgezaagd hout.
- een plank waarbij het grootste vlak uit kopshout bestaat is dus een kopse plank. Dit is dus een plank waarop de groeiringen duidelijk te zien zijn.
- Kops vlak
- Radiaal vlak
- Tangentiaal vlak
Geen opmerkingen:
Een reactie posten